Vlot bouwen
Een vlot bouwen
Na weer een geslaagde Dijle op de Dijle blijft het voor sommige toch nog een beetje vreemd hoe zo’n aaneen geknutseld vlot blijft drijven. Hieronder vind je een beetje meer uitleg hoe een vlot wordt opgebouwd en waaruit je uit deze basis grote en creatieve vloten kan bouwen.
Het belangrijkste van een vlot is dat deze natuurlijk kan blijven drijven op het water. Hiervoor heb je zoals ze dat noemen ‘drijfvermogen’ nodig. Dit drijfvermogen wordt door de blauwe tonnen (of ijzeren tonnen) geleverd die aan het vlot worden vastgemaakt. De blauwe tonnen die door ons worden gebruikt hebben een inhoud tussen 200 en 220 liter. Elke vrije liter in de ton geeft de ton 1 kilo drijfvermogen. Een lege ton kan dus theoretisch 220 kilo dragen. Hierbij dient wel het gewicht van de ton worden afgetrokken wat op een werkelijk vermogen van 180-190 kilo komt.
Als je nu wil weten hoeveel tonnen je wil gebruiken om je vlot vaarwaardig te maken moet je met enkele kleine vuistregels rekening houden.
- Elke meter balk dat er gebruikt wordt brengt gemiddeld 5 kilo gewicht met zich mee
- Elke persoon wordt ruim op 80 kilo extra geschat
Algemeen wordt er aangenomen dat 1 ton 2 personen kan dragen tijdens een vlottentocht. Wanneer de constructie dient als brug of ponton is dit 1 à 1.5 persoon per ton.
Hoe zorg je nu ervoor dat de tonnen niet onder het vlot uitspringen?
De afstand tussen de twee balken die de tonnen tegenhouden moet smaller zijn dan de breedte van de ton. Bind ze stevig vast met sjortouw of (slechte) fietsbanden zodat ze zeker blijven liggen. Te veel tonnen kunnen natuurlijk nooit kwaad, hoe hoger je in het water ligt hoe minder weerstand je hebt tijdens het varen, zodat je minder hard hoeft te roeien.
Dit was in een klein overzicht hoe je het best een vlot bouwt. Hopelijk zien we de volgende jaren nog veel grote, snelle en creatieve vlotten tijdens Dijle op de Dijle.
Bever